Aflevering 7: De foxtrot

DE FOXTROT
Geschreven door Bert Plomp

In 1965 kwam er een einde aan mijn carrière op de Rijks HBS. Er was een reeks van leraren die mij liever zag gaan dan komen.
De lerarenvergadering besloot aan het einde van het schooljaar dat ik na de zomer niet meer mocht terugkomen. Dit vanwege een lawine aan klachten van uiteenlopende aard, geuit door diverse leraren.
De klacht die tenslotte de emmer deed overlopen, was afkomstig van de leraar muziek. Deze leraar, Schutte geheten, nam het mij zeer kwalijk dat ik vlak voor de zomervakantie zijn muziekles in het honderd had laten lopen. Omdat het de laatste muziekles was had de man een bijzonder programma voor zijn leerlingen in petto. Hij was voornemens een speciale uitvoering van de Boléro van Ravel ten gehore te brengen. Hij had alles tot in de puntjes geregeld voordat de leerlingen de klas betraden.
Hij hoefde slechts de naald van zijn grote grammofoon op de plaat te laten neerdalen en het grote genieten kon beginnen.
Omdat de Boléro, qua volume, heel zachtjes uit de startblokken komt en daarna geleidelijk naar een climax groeit, had hij de versterker bijna voluit gedraaid.
Wat Schutte niet wist, was dat ik, toen hij vlak voor aanvang van het muziekspektakel nog even het toilet opzocht, zijn plaat had verwisseld voor een uit mijn collectie.
Toen iedereen binnen was en een plekje had gevonden, liep Schutte enigszins gespannen op de grammofoon af. Je kon duidelijk aan zijn gelaat zien dat hij voorpret beleefde aan zijn komende presentatie. Dat hij vol verwachting uitkeek naar de positieve respons van de leerlingenschare.
Het moment suprême was nu aangebroken. De pickupnaald had tergend langzaam de afdaling naar de plaat ingezet. Toen de naald de plaat raakte, ontstond er een ware muziekexplosie. Tot grote schrik van Schutte kwam niet het langzaam aanzwellende tromgeroffel van de Boléro zijn klas verblijden, maar de snerpende beginakkoorden van de tophit Satisfaction. Via de grote luidsprekers kwamen deze klanken de verzamelde oren werkelijk tegemoet knallen. Dit tot groot plezier van de leerlingen, die inderdaad aangenaam verrast waren met de bijzondere muziekkeuze van de leraar. Schutte was echter allerminst gecharmeerd van mijn muzikale inbreng. Ofschoon mijn kennis van muziek nooit hoger scoorde dan een 5, werd ik door dit voorval op mijn eindrapport beloond met een 1.
Afgezien van het feit dat ik mooie cijfers had voor de exacte vakken, kon je op de overige cijfers van mijn eindrapport de foxtrot dansen. Op grond van dit slechte rapport en mijn onacceptabele gedrag werd ik van de Rijks HBS getrapt, zoals dat in de volksmond heette.

Zo nu en dan denk ik nog weleens terug aan die periode in mijn leven. Dan vraag ik me af wat er van mij zou zijn terechtgekomen indien ik wat meer mijn best had gedaan op de Rijks HBS. Misschien was ik dan wel een saaie, geleerde man geworden. Misschien wel een brave, gehoorzame huisvader.
Vrijwel zeker zou ik een minder turbulent bestaan hebben geleid. In dat geval had ik ook minder materiaal gehad om over te schrijven. Aan schaken was ik wellicht nooit toegekomen, laat staan dat ik een redelijk schaker zou zijn geweest. Een grootmeester was ik sowieso nooit geworden. Ook met schaken vertik ik het namelijk om zaken uit mijn kop te leren. Openingen als de Nimzo-Indische, de Catalaanse of de Russische uit je hoofd kennen, ik moet er niet aan denken. Ik wil gewoon spontaan oplossingen vinden tijdens het spel en niet een ingestudeerd, bestaand plan afwikkelen. Dat brengt me meestal in de problemen met de schaakklok, die gewoon doortikt. Toch wist ik in het verleden een oud-collega, die Prins heette en een gerenommeerd schaker was, regelmatig in de problemen te brengen. Met mijn onconventionele aanpak wist hij vaak geen raad. Ofschoon ik nooit van hem won, kwam ik toch regelmatig tot een remise tegen deze deelnemer aan het IBM Schaaktoernooi.
Prins was in twee opzichten mij de baas in die dagen. Hij kon veel beter schaken dan ik en hij was al afgestudeerd, terwijl ik net een jaar onderweg was met mijn studie actuariële wetenschappen.
Tja, die Prins. Hij was een meester met houten stukken. Daartegenover stond dat ik beter was met lekkere stukken. Stukken van vlees en bloed.

Hoe het ook zij, wat je kansen zijn in de maatschappij wordt voor een groot deel bepaald door omgevingsfactoren. Voor mij was heel bepalend dat ik geen eigen kamer met verwarming had en dat iedere stimulans ontbrak. Als je je huiswerk moet maken, gezeten op een bank in een drukke huiskamer of liggend op bed in een koude, gedeelde slaapkamer, dan is dat vrijwel geen doen.
In de ogen van een ‘millennial’ ben ik een ‘boomer’. Zo’n modern jongmens verwijt mij, en anderen van mijn leeftijd, dat ik overal van geprofiteerd heb. Geprofiteerd ten koste van hem en zijn generatiegenoten.
Wat een baarlijke nonsens. Een enkeling daargelaten is niemand van mijn generatie ook maar iets in de schoot geworpen. Dat verwijt te horen uit de mond van een lid van een werkelijk door en door gepamperde brigade maakt zo’n betichting des te bespottelijker.
Wat te denken van een generatie die bij de eerste de beste crisis het hoofd verliest en tegen het plafond vliegt van verveling. Die om de verkeerde redenen en masse de straat op gaat om te protesteren of, erger nog, om de boel kort en klein te slaan.

EINDE

Voor alle afleveringen klik op: Een langharige op de Rijks HBS

Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/