OPVOLGMELK EN ANDERE NONSENS
Geschreven door Bert Plomp
Het volkje heeft zich ook gemengd in de strijd tegen roken en drinken, in de strijd tegen het voortzetten van een “voltooid leven”, in de strijd tegen automatische zelfbeschikking over je eigen organen en veel meer van dat soort zaken.
In de praktijk heeft dat geleid tot allerlei absurde maatregelen en, de voorkeur van het volkje niet mee gerekend, ongewenste geleidelijke veranderingen.
Het volkje heeft bepaald wat waardig sterven is, wat voltooid leven is, wat waardig geboren worden is, wat gezonde voeding is, hoe Nederlandse Nederlanders zich moeten aanpassen opdat anderen zich in Nederland thuis voelen. Thuis voelen als in het land dat zij of hun ouders hebben verlaten voor Nederland. Het volkje heeft bepaald dat Zwarte Piet wordt vervangen door Veeg Piet, dat de Kerstdagen vervangen worden door “Wensdagen”, dat we voortaan geen Kerst maar “December” vieren, dat pakjes sigaretten niet langer zichtbaar te koop mogen worden aangeboden, dat kindersnoep voortaan niet meer leuk verpakt mag worden, dat een gezegde waarin het woord aap voorkomt niet meer gebruikt mag worden in relatie tot een zwarte medemens. Deze gekte is inmiddels zover gegaan dat het Rijksmuseum heeft besloten om tekstbordjes bij schilderijen te “ontzwarten”. De tekst bij een bekend schilderij, waarop onder anderen een negerinnetje in een dienende rol is afgebeeld, is zodanig gewijzigd dat het zwarte meisje thans wordt aangeduid als een meisje. Iedereen kan namelijk wel zien dat het meisje zwart is, was het commentaar van het museum. Die reactie gaf mij reden om het Rijksmuseum te mailen dat iedereen ook wel kan zien dat het een meisje is, oftewel laat “meisje” dan ook maar weg.
Voorts heeft het volkje bepaald dat moeders na de zoogperiode hun kindjes “opvolgmelk” moeten voorschotelen en dat iedereen aan de “speltrogge” moet gaan. Bij het horen van termen als opvolgmelk en speltrogge, kan ik een neiging tot braken nauwelijks bedwingen.
Om deze reeks van irritante zaken te onderbreken, even een vrolijke noot ertussendoor.
Toen ik aan het begin van mijn loopbaan nog 4-hoog in een flat aan de Lessinglaan in Utrecht woonde, had ik een echtpaar als buren, waarvan de man, net als ik, bij verzekeringsmaatschappij AMEV werkte.
Mijn buurman volgde naast zijn werk tal van opleidingen in de assurantiën en ik studeerde actuariële wetenschappen.
Toen buurman een jaar of 30 oud was, hield hij het voor gezien in de assurantiën. Naast zijn werk ging hij medicijnen studeren en rondde die studie binnen 4 of 5 jaar met succes af. Tijd voor op terrasjes zitten was er voor hem niet bij.
Buurmans vrouw was in die tijd net bevallen van een meisje.
Toen ik op een avond uitgenodigd werd voor een kopje koffie, viel het mij op dat er op de schoorsteenmantel tal van glazen potjes stonden opgesteld. Potjes met een melkkleurige vloeistof erin.
Aanvankelijk dacht ik dat het gewone melk was, bestemd voor de koffie.
Toen ik echter enige tijd bij de haard gezeten was, voelde ik opeens spetters in mijn nek. Toen ik omkeek zag ik dat buurvrouw, na het afkolven, de laatste druppels uit haar borsten sloeg.
Met enige argwaan heb ik mijn koffie daarna toch nog genuttigd.
WORDT VERVOLGD
Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: