DAT IS EEN WAARDEVOL ICOONTJE
Geschreven door Bert Plomp
In de zomer was er veel te doen op de camping. Je kon deelnemen aan tal van sportieve activiteiten, zoals voetbal- en volleybalwedstrijden.
Op individueel niveau kon je je beste voetje voorzetten tijdens een vierkamp of de fameuze “Ronde van Het Grote Bos”.
Winnaars van het rondje hardlopen om het bos, werden steevast gehuldigd tijdens het uurtje volksdansen aan het einde van de zondagmiddag op het grote plein. Mijn twee broers en ik hebben daar vele malen als winnaars een huldiging in ontvangst mogen nemen.
Op het programma van de woensdagavond prijkte geregeld de vertoning van een mooie bioscoopfilm. Echte klassiekers als “Gone with the wind”, “Fernandel” en “High noon”.
Een filmvoorstelling vond doorgaans plaats in de “grote zaal” van Het Grote Bos. Echter bij warm weer ook wel eens in de open lucht.
Zeer dierbare herinneringen bewaar ik aan de vertoning van “Gone with the wind”. Niet alleen omdat het om een prachtfilm ging. Ook de omstandigheden waren tot de verbeelding sprekend.
Daar de grote zaal toen net tot de grond was afgebrand, was er tijdelijk ter vervanging een enorme tent opgezet.
Terwijl de film ’s avonds binnen in de tent draaide, brak er buiten een hevig onweer los.
De wind rukte uit alle macht aan de tent. Felle bliksemschichten namen het canvas onder vuur. Donderslagen en neerstortende regen veroorzaakten een oorverdovend en angstaanjagend lawaai.
Onderwijl bleven Clark Gable en Vivien Leigh binnenstents onverstoorbaar hun rol vertolken en dat gaf de kijkers wat gemoedsrust.
De voorstelling hoefde vanwege het natuurgeweld gelukkig niet voortijdig afgebroken te worden. Maar voor deze mooie ervaring moest ik wel een hoge prijs betalen. Toen ik bij mijn eigen tentje terugkeerde, was deze in tweeën gereten. Alles was zeiknat en mij bleef geen andere keuze dan bij mijn ouders in te trekken.
Iedere zondagavond was het fikkie steken in de kampvuurkuil. Daar was overdag een grote hoeveel hout opgestapeld, die ’s avonds in brand werd gestoken.
Bij het hoog laaiende vuur werd veel gezongen. Spannende verhalen werden er voorgedragen en muzikanten van allerlei aard traden op.
Volksdansen op dienovereenkomstige muziek was heel populair. Tussen die dansen door werden er ook plaatjes van The Stones en The Beatles gedraaid. Eerst dan kwamen jongens als ik in actie. Al dan niet met een zojuist veroverde schoonheid.
Mijn oudere broer Theo, hij wil er niet graag aan herinnerd worden, was toen een fanatieke volksdanser. Hij was een vooraanstaand lid van de “Boshoppers”, de volksdansgroep van de camping.
Ik kon me in dat huppelende clubje niet echt vinden. Er zaten ook weinig leuke meiden bij. Hoewel, er was een volksdans, de “trojka” geheten, waar ik wel voor overeind kwam. Dan kon je namelijk met twee meisjes tegelijk aan de slag gaan.
Al die leuke activiteiten werden op touw gezet door een recreatieleider. Toentertijd min of meer de rechterhand van Rijks.
Een recreatieleider in het bijzonder heeft het heel lang op de camping weten uit te zingen. Dat was ene Klooijen. Zijn voornaam was An.
An was net als Rijks een “Wika”. Dat heette een “Werker in kerkelijke arbeid” te zijn. Een soort halfbakken dominee, zal ik maar zeggen.
An was heel populair onder de bosbewoners. Nog populairder dan Rijks zelf. Hij werd werkelijk verafgood. Tot de dag aanbrak dat hij lelijk door de mand viel. Toen bleek dat hij jarenlang zijn recreatieopdracht wat al te ruim had opgevat. Dat hij jonge jongetjes privé “amuseerde” in zijn aan het zicht onttrokken houten huisje in het bos.
In dat opzicht was An nog wel steeds als Wika bezig, maar dan in de zin van “Werker in kinderen’s aarsjes”.
Hoewel de schijnheilige leiding van de camping op de hoogte was van dit wangedrag, hield zij deze onsmakelijke affaire onder haar christelijke pet. Zij liet de Wika gewoon blijven “anklooien”.
Tja, als je te laat de camping opliep dan was leiden in last. Indien je als jongen met een meisje in een tent werd betrapt, dan werd dat opgevat als een ernstig zedendelict en werd je stante pede van het terrein geschopt.
Ook al heb je als entertainer in kerkelijke dienst veel positiefs verricht, seksueel misbruik van kinderen kun je met de beste wil van de wereld niet meer goed maken. Zelfs niet als je voor de rest van je leven je als de Messias zou gedragen.
Toen dit schandaal nog niet bekend was, kwam An eens op bezoek in mijn boshuisje. Hij ging er prat op dat hij veel van kunst wist.
Boven de open haard had ik een icoontje hangen. De kenner zag direct dat het iets bijzonders was. Een kunstwerkje het Catharijneconvent waardig.
Wijdbeens voor de haard staand, met zijn armen over elkaar, sprak hij de woorden: “Bert, dat is een waardevol icoontje dat je daar hebt hangen”.
Jammer voor hem, kon ik de verleiding niet weerstaan om hem direct uit zijn droom te helpen. Ik legde hem uit hoe ik de hand had weten te leggen op dit kostbare stukje heilige kunst.
Een aantal jaren eerder had ik gemeend mijn dochter voor kerst, naast wat wereldse cadeautjes, ook eens iets stichtelijks te schenken.
Terwijl mijn fantasie aan het einde van een dagje winkelen wel was uitgeput, had ik op de speelgoedafdeling van V&D toch nog net voor kerstsluitingstijd een verheffend geschenkje gevonden. Het was een icoon-bouwpakketje en nog wel voor de helft van de normale prijs.
Het pakketje bestond uit een houten plankje, een heilige beeltenis afgedrukt op een stukje cellofaan en een flesje bijtende vloeistof.
Na ontvangst had mijn dochter zonder veel enthousiasme de beeltenis op het plankje geplakt. Vervolgens had zij de inhoud van het flesje over het lijstje uitgesmeerd. Na verloop van tijd gaf dat het geheel een antieke uitstraling.
Nadat An deze uitleg had aangehoord, wijzigde hij terstond zijn wijdbeense houding. Hij stond nu met gekruiste benen voor de haard, alsof hij zojuist een trap in zijn kruis had gekregen.
WORDT VERVOLGD
Voor alle afleveringen klik op: Romantiek op de camping
Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: