Aflevering 2: Ik geloof er niets van

IK GELOOF ER NIETS VAN
Geschreven door Bert Plomp

Mensen die hun geloof aan een ander willen opdringen, zijn bij mij aan het verkeerde adres.
Geloof toch wat je wilt geloven en laat anderen lekker met rust. Als iemand per se wil weten wat jij gelooft, dan vraagt hij dat wel. Als die persoon graag met jou daarover wil filosoferen en je hebt zin in zo’n gesprek, dan zie ik daar geen probleem in.
Anders is het gesteld, indien de een de ander wil overtuigen van zijn eigen ‘juiste’ geloof. Overtuigen van zijn eigen gelijk. Tenslotte gaat het maar om geloven in iets. In iets dat niet te bewijzen valt en dus niet zeker is. In zo’n situatie is een bescheiden opstelling op z’n plaats.

Het streven om anderen te bewegen, te verplichten, dat te geloven wat jij gelooft, heeft door de eeuwen heen voor veel ellende gezorgd en miljoenen slachtoffers gemaakt.
Dan hebben we ook nog eens te kampen met al die stromingen binnen de afzonderlijke geloven. Stromingen, die alleen maar gebaseerd zijn op hoe leg je dit of dat uit in een heilig schrift. Groepjes gelovigen, die jarenlang in studiegroepjes bijeen zijn en zitten te muggenziften over een stukje tekst.
Is het niet ronduit barbaars dat, vanwege een verschil van inzicht over een paar regeltjes in een heilig schrift, er genoeg reden is om elkaar af te slachten. Dat zoiets onbenulligs door de eeuwen heen heeft geleid tot massale slachtpartijen, terwijl de gebezigde, heilige schriften bol staan van teksten over ‘naastenliefde’. Wat een misselijke hypocrisie.
Wie heeft die schriften, waaraan zo veel waarde wordt gehecht, eigenlijk opgesteld?
Als we ons even beperken tot de bijbel, dan waren dat mensen uit alle lagen van de bevolking. Variërend van koningen tot vissers, van edelen tot boeren, burgers en buitenlui. Een brede club van individuen, die zijn steentje heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de bijbel. Althans dat wordt beweerd door kerkvaders en dergelijke, vrome personages. Betoogd door devote mensen, die eeuwenlang een goed belegde boterham aan het geloof hebben verdiend.
De bijbelopstellers zijn vanzelfsprekend niet over een nacht ijs gegaan. Sterker nog, waarschijnlijk zijn ze zelfs, gelet op hun vermoedelijke geboortegronden, helemaal niet over het ijs gegaan.
Buiten het ‘feit’ dat de opstellers zeer consciëntieus te werk zijn gegaan, hebben ze tevens alle in de bijbel vervatte wijsheden, verdeeld over een zeer lange periode, aan het papier toevertrouwd. Dat is de indruk, die de verspreiders van het christelijke geloof willen wekken. Daar komt nog bij, en dat is ‘geloof’ ik het belangrijkste aspect als het om de betrouwbaarheid van het geschrevene gaat, dat alle opstellers door God geïnspireerd waren. Nu, dat laat natuurlijk verder geen licht door. Dat is dan waterdicht, zou je zeggen.

Om zoiets belangwekkends op deze wijze aan het papier toe te vertrouwen, komt bij mij toch niet echt goddelijk over. Het heeft meer weg van een alledaags, menselijk verkoopverhaal. Een verhaal, zoals mijn vader vroeger bij potentiële klanten afstak. Toen hij met de bijbel in de hand de stad Utrecht afstruinde om verzekeringspolissen te slijten.
Waarom zou God in die tijd niet hebben willen volstaan met simpelweg één gemiddeld intelligent persoon op deze klus te zetten. Hem op dictaatsnelheid vertellen wat Hij aan de mensheid kwijt wilde?
Waarschijnlijk omdat de geestelijkheid bang was, dat zo’n aanpak bij de mensen niet geloofwaardig genoeg over zou komen.
Het hele werk zou dan in een paar weekjes geklaard zijn geweest. Zeker als Hij de opsteller ook nog eens had uitgerust met een supersnelle laptop. Kortom, het doet allemaal ‘ongelooflijk’ menselijk aan.
Wat moet je nu trouwens met een handgeschreven bijdrage van een koning of van een visser. Moet dat tot meer vertrouwen in het geschrevene leiden? Vissers zijn doorgaans grote fantasten en van koningen heb ik al helemaal geen hoge hoed op. Het enige wat eigenlijk indruk maakt, is de Goddelijke inspiratie.

Had God het op papier zetten van zijn ideeën niet beter kunnen overlaten aan een of andere randdebiel. Dat zou bij mij heel wat wonderlijker en overtuigender zijn overgekomen.
Het zou ook veel goddelijker zijn geweest, indien de bijbelteksten in één keer eenduidig waren opgesteld. Voor alle volken, voor alle tijden en voor alle omstandigheden correct op schrift gesteld. Indien die teksten dus zodanig waren geformuleerd, dat die maar voor één uitleg vatbaar zijn. Zelfs voor de meest simpele of verwarde geest.
Wat schiet God er nu eigenlijk mee op, dat die eenvoudige, aardse zielen elkaar de hersenen inslaan. Simpel en alleen omdat er een verschil van inzicht kan bestaan over de interpretatie van een stukje tekst.
Misschien komt die onduidelijkheid wel voort uit het feit, dat de opsteller van het gewraakte stukje tekst even onvoldoende geïnspireerd was of te diep in het glaasje had gekeken. Het waren tenslotte allemaal maar mensen, die opstellers. Ook al waren het koningen.

WORDT VERVOLGD

Voor alle afleveringen klik op: Dat geloof je toch zeker niet

Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

https://www.facebook.com/groups/377554749281077/