EEN KIJKJE IN EEN ZWARTE DOOS
Geschreven door Bert Plomp
Mijn oudere zeergeleerde broer mag graag op feestjes en partijtjes verhalen over zijn ervaringen op een trans-Atlantische vlucht, die hij ooit maakte van Schiphol naar Paramaribo. Op die vlucht kwam hij, nieuwsgierig als hij altijd is, in aanraking met drie zeer opvallende personages.
De eerste zat pal naast hem aan het gangpad. Deze man was gestoken in een skipak en voorzien van een complete skiuitrusting. Omdat het vliegtuig bepaald niet op weg was naar een ski-resort, vroeg mijn broer hem naar de reden van die outfit.
De man reageerde met: “Ach, als het vliegtuig in de problemen komt en moet uitwijken naar Spanje en vervolgens neerstort in de Pyreneeën, dan is het een kwestie van even de ski’s “anschnallen” en weg ben ik”.
De tweede man zat een paar seats verderop in het vliegtuig. Hij was gehuld in een duikpak, had zwemvliezen aan en er lag een zuurstoffles op zijn schoot. Toen mijn broer hem vroeg waarom hij er zo bij zat, antwoordde de man: “We vliegen een heel eind over de Atlantische Oceaan. Stel nu dat het vliegtuig in het water stort, dan zwem ik zo het vliegtuig uit en veilig het vaste land tegemoet”.
Op weg naar het toilet, achter het gordijn van de businessclass, ontwaarde mijn broer tot zijn grote ontsteltenis de derde man in een meer dan stuitende houding. Deze man lag daar bovenop een vrouw van negroïde komaf. De vrouw hield het onderlichaam van de man stevig geklemd tussen haar fraaie dijen. Toen mijn broer wat ontstemd vroeg wat dit te betekenen had, reageerde de man enigszins verstoord: “Stel dat het vliegtuig, maakt niet uit waar, neerstort, waar gaan de hulpverleners dan het eerst naar op zoek? Precies, naar de zwarte doos. Daar lig ik dan bovenop”.
Let wel: Tegen het licht van een volstrekt andere betekenis van het woord, heeft Sylvana Simons, bekend van radio en televisie, ons een kijkje gegund in haar zwarte doos. Die doos bevatte onder meer niet zo fraaie plaatjes over ons koloniaal verleden. Plaatjes over slavernij, een “zwarte bladzijde” in de geschiedenis van sommigen onzer voorouders.
Overigens viel het mij bij dit inkijkje meteen op, dat er, verloren in een hoekje van de doos, een voodoo-popje lag. Een popje met een wit baardje en een mijtertje op. Het arme popje was in de hartstreek werkelijk heel venijnig doorboord met tal van gemene spelden.
Sylvana legt een direct verband tussen slavernij en de verhouding tussen een blanke goedheiligman en zijn zwarte assistent. Dit koppel brengt jaarlijks begin december een bezoek aan ons land en doet kinderhartjes aangenaam sneller kloppen.
Sylvana is helemaal niet te spreken over bepaalde liedjes die kinderen klassikaal en luidkeels zingen in die periode. Liedjes met een tekst als: “Ook al ben ik zwart als roet, ik meen het wel goed”. Die tekst betekent, volgens haar, dat zwarte mensen het in beginsel niet zo goed voor hebben met anderen.
Noch afgezien van het feit dat sinterklaas en zijn zwarte pieten in het geheel niet staan voor slavernij of voor een slaafse relatie, vind ik het allemaal heel erg ver gezocht. Ik kan me al helemaal niet voorstellen dat kinderen die dit liedje zingen zo’n relatie leggen. In de dagen dat ik zelf nog in sinterklaas geloofde, is zoiets bij mij en mijn schoolgenoten nooit opgekomen.
Op zich is het goed dat Sylvana aandacht vraagt voor slavernij. Zij doet het echter wel heel erg eenzijdig, namelijk uitsluitend op Nederland en op blanken gericht.
Welk ras of volk heeft zich niet aan slavernij schuldig gemaakt of onder slavernij geleden? Het is nog maar de vraag of meer zwarte mensen dan blanke en anders gekleurde mensen slachtoffer van slavernij zijn geweest. Hoeveel Aziatische mensen werden en worden, bijvoorbeeld thans in het Midden-Oosten, niet als slaaf misbruikt. En als het om de levering van zwarte slaven ging, dan speelden zwarte slavendrijvers en handelaren toch zeker een hoofdrol.
Ook nu nog vindt in Afrika op grote schaal slavernij plaats. Nog afgezien van het feit dat men het in diverse Afrikaanse landen niet zo nauw neemt met de rechten van een vrouw, worden we regelmatig geconfronteerd met beelden van grote groepen jonge meisjes, die door hun zwarte medemens ontvoerd en vervolgens misbruikt worden.
Samenvattend: Aandacht voor slavernij vragen is prima, maar niet proberen te scoren over de tere ruggetjes van Sinterklaas en Zwarte Piet.
Trouwens, mensen als Sylvana maken er veel werk van dat velen, volkomen ten onrechte, ineens en wellicht opnieuw, een direct verband leggen tussen zwarte mensen en slaven. Als ik aan zwarte mensen denk, dan denk ik aan Obama, Mandela en Martin Luther King. Dan denk ik aan talloze beroemde muzikanten en sporters. Dan denk ik niet aan types als Sylvana en Raymann. Dat zijn individuen die in Nederland in alle weelde volop de ruimte hebben gehad een mooi bestaan op te bouwen. Ik heb deze individuen nooit tekeer horen gaan over de erbarmelijke toestand in hun geboorteland Suriname. Een land waar werkelijk van alles mis is. Ze zouden mijn bewondering afdwingen indien zij eens echte misstanden in de wereld aanpakten, wantoestanden zoals in Suriname. Door in woord en gebaar, samen met hun Surinaamse broeders en zusters, ten strijde te trekken tegen Desi Bouterse: de man die vrijwel zeker een reeks politieke tegenstanders heeft laten vermoorden, de man die het land over de rand van de afgrond heeft gewerkt, de drugsbaron die als een dictator het land in zijn greep blijft houden.
Ik verwacht niet dat Sylvana, Raymann en zulke individuen hun fragiele nekjes voor die zaak durven uitsteken. Ze zullen wel blijven hangen in een zielig aandoende, veilige polderdiscussie over Zwarte Piet.
Tot zijn grote schrik ontdekte Raymann onlangs dat een verre voorvader van hem zelf slavenhouder was.
WORDT VERVOLGD
Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: