STUDENTEN EN WAT DIES MEER ZIJ
Geschreven door Bert Plomp
Mijn jeugdvriend Joop en ik hadden in het begin van de zestiger jaren beiden een oudere broer die studeerde terwijl wij nog op school zaten.
Joops broer studeerde scheikunde, mijn broer farmacie. Beiden aan de rijksuniversiteit Utrecht. Ze studeerden dat de stukken ervan af vlogen.
In die tijd genoot een student nog een zeker aanzien op grond van de ingewikkelde materie die hij dagelijks tot zich nam. Zo’n denkend individu leefde vooral een teruggetrokken bestaan en moest met rust gelaten worden.
Deze oudere broeders kwamen hooguit voor een potje straatvoetbal achter hun studieboeken vandaan en mengden zich dan enigermate in het alledaagse verkeer. Beiden hadden een eigen kamer in huis en op de kamerdeur prijkte een bordje met de tekst: “Niet storen, hier wordt gestudeerd”.
Alle medebewoners in huis liepen op hun tenen om de student in kwestie vooral niet te storen. Het had veel weg van de omgang met een patiënt die aan een of andere ernstige zenuwziekte leed.
In die tijd studeerde een “echte student” geneeskunde, farmacie, scheikunde of wis- en/of natuurkunde.
Was zo’n studie te hoog gegrepen omdat je geen of een te magere bèta-opleiding had, dan kon je altijd nog rechten gaan studeren.
Je was als student pas echt geslaagd indien je na afronding van je studie ook nog eens promoveerde tot doctor. Zowel Joop zijn broer als de mijne slaagde daarin. Mijn broer is daarna zelfs nog een keer gepromoveerd. Je moet er maar zin in hebben. Maar ondanks dat is het een gezellige gozer gebleven.
Tegenwoordig breek je gezellig je nek over de studenten. Ze zijn overal aanwezig en ze vullen niet alleen dagelijks de collegebankjes maar ook de cafés en de terrasjes.
Rond ieder onderwerp heeft men thans kans gezien een universitaire opleiding in elkaar te flansen. Daarbij voorbijgaand aan de vraag of de maatschappij wel gebaat is met afgestudeerde “studenten” met zo’n opleiding.
Van veel van die studies weet men van tevoren eigenlijk al dat daar na afronding geen droog brood mee te verdienen valt. De meerderheid volhardt echter in het voortzetten van zo’n studie en gaat na afronding iets heel anders doen of komt niet aan de slag.
Omdat je als student aanspraak kunt maken op enig aanzien in deze megalomane maatschappij, claimt tegenwoordig ieder individu dat het voortgezet onderwijs heeft verlaten en verder leert een student te zijn.
Natuurlijk is het ook wel zo dat als je je neus in een studieboek steekt, maakt niet uit welk boek, dan studeer je. En wie studeert is een student. Is het niet?
Studenten worden graag gezien als hoogopgeleide individuen en als de intelligentsia van het land: het beste wat de natie heeft voortgebracht.
Passend bij dat hoogopgeleid zijn, zien we tegenwoordig speciale datingssites. Sites waarop deze intelligente individuen in contact kunnen komen met andere hoogopgeleiden.
Je moet er als hoogopgeleide toch niet aan denken dat je je zou moeten verstaan met een potentiële partner die weliswaar over andere bekwaam- en/of bekoorlijkheden beschikt, maar minder hoogopgeleid is.
En zo’n hoogopgeleid stelletje verdient natuurlijk ook een verzekering voor hoogopgeleiden, want zij lopen natuurlijk andere risico’s dan het plebs.
WORDT VERVOLGD
Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: