EEN MOEIZAAM VERVOLG
Geschreven door Bert Plomp
Vriend Joop en ik behoorden tot de beste leerlingen van de klas. We gingen beiden toelatingsexamen doen voor de Rijks-HBS aan de Kruisstraat in Utrecht. Tegen alle verwachtingen in, zakten we beiden.
Waar het bij Joop aan lag weet ik niet. Zijn thuissituatie was ideaal. Zijn vader was namelijk leraar, hij had een zeer zorgzame moeder en hij beschikte over een eigen kamer met een antiek bureau met vele laatjes.
Misschien was het allemaal wel teveel van het goede. Joop was wel heel erg bezig met voetbal in die dagen, ik net iets minder.
Voor mij, achteraf beschouwd, was de oorzaak echter glashelder: de leeromstandigheden thuis waren ronduit erbarmelijk. Bovendien was ik heel nerveus, aldus de opstellers van de schoolrapportjes.
Na de lagere school bleef het ontbreken aan enig structuur. Eerst heb ik twee jaar op een mulo doorgebracht. Omdat ik wel meer in mijn mars had, ben ik aansluitend toch naar de Rijks-HBS gegaan. Mijn oudere broer Theo zat al op die school en was succesvol. Niettegenstaande dat “goede voorbeeld”, werd ik drie jaar na mijn debuut vanwege het vele spijbelen definitief van school gestuurd.
Omdat geen enkele HBS of Lyceum in Utrecht en wijde omstreken mij nog wilde opnemen, restte mij niets anders dan naar een MULO terug te keren.
Inmiddels in dat opzicht wat serieuzer geworden, deed ik direct eindexamen om daarna in de avonduren HBS-B te doen.
Deze positieve omwenteling had ik mede te danken aan Joop zijn ouders. Van hen kreeg ik een mooie oude secretaire in bruikleen.
Alleen al het werken aan zo’n bureautje met al zijn opbergvakjes gaf me een enorme stimulans. Eindelijk kreeg ik plezier in huiswerk doen en mijn resultaten schoten omhoog. Daarnaast vond ik de vader van Joop altijd wel bereid mij even te helpen wanneer dat nodig was.
Mijn ouders zelf hebben zo goed als geen kans gehad zich verder te ontwikkelen. Waarschijnlijk heb ik het in hun ogen heel gemakkelijk gehad en dat is ook zo. Afgezet tegen alle faciliteiten, waarover opgroeiende jongeren tegenwoordig beschikken, was het toch afzien.
Welke schoolgaande jongere beschikt thans niet over een eigen verwarmde kamer? Er zijn huiswerkklassen. Hem staan computers, internet en andere moderne hulpmiddelen ter beschikking. En, niet te vergeten, er is volop goed eten voorhanden.
De behaalde resultaten zijn er niet echt beter op geworden, heb ik het idee.
In die dagen kreeg ik wel wat zakgeld. Dat was net genoeg om eenmaal per week een reep Mars, een flesje Fanta en een rol drop te kopen. Indien je afzag van dit consumptiepakket, dan kon je een goedkope bioscoopvoorstelling bezoeken.
Met vriendjes ging ik dan veelal naar de Palace bioscoop op het Vredenburg. Daar draaide doorlopend een aflevering van het Polygoon journaal, gevolgd door een reeks tekenfilms en andere komische films voor de jeugd. Als je rondje erop zat, werd je geacht het theater te verlaten. Je dook dan weg onder een van de stoelen. Zodoende kon je het vertrek uitstellen en nog een voorstelling bijwonen. Als je dat lang genoeg volhield, dan kon je zitten blijven totdat aan het einde van de middag de eerste pornofilm van de dag op het doek verscheen.
Indien je in die tijd meer verlangde dan de consumptie van wat snoep of het bijwonen van een filmvoorstelling, dan moest je het geld ervoor zelf bij elkaar zien te sprokkelen. Er was thuis simpelweg geen geld om tegemoet te komen aan luxe wensen als leuke kleding of een fiets.
Toen ik een jaar of 11 was en een nieuwe fiets wilde hebben, heb ik bijna een jaar gewerkt om de aankoop van dit transportmiddel te financieren. Het betrof een fel begeerde “Fongers” met versnelling en handremmen.
Het baantje dat mij de benodigde penningen opleverde was de job van krantenbezorger bij het Utrechts Nieuwsblad.
WORDT VERVOLGD
Voor alle afleveringen klik op: Carrière
Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: