BEVRIJD DOOR EN VAN DE AMERIKANEN
Geschreven door Bert Plomp
Het is verschrikkelijk te moeten aanzien, hoe een prachtige, historische stad als Venetië, snel verandert in een grote automatiek. Hoe de plaatselijke bevolking verdreven wordt door al die mensen met een zak op hun rug. Door ‘backpackers’, die de nacht doorbrengen in een zogeheten ‘airbnb’. Door jongelui, die over het algemeen de hand strak op de knip houden.
Het is bijna angstaanjagend om te zien hoe enorme mensenmassa’s, als lava bij een vulkaanuitbarsting, afdalen van de trappen van immens grote cruiseschepen, die Venetië ononderbroken binnendringen. Mensenmassa’s, die de kades overspoelen en de vaste bevolking van dit Italiaanse openluchtmuseum onder de voet lopen.
Het zijn hoofdzakelijk dagrecreanten, die nauwelijks een penning uitgeven bij de plaatselijke middenstanders. Backpackers zijn sowieso op zoek naar gelegenheden, die zo goed als niets kosten. Opvarenden van cruiseschepen vreten en zuipen zich eerst ongans aan boord, voordat zij aan land gaan.
Even naar de bakker of slager op de hoek gaan, is er voor de Venetiaan al lang niet meer bij. Er zijn hoofdzakelijk nog ijs- en koffietentjes voor toeristen. Voor een lekker bakkie Italiaanse koffie en een heerlijk Italiaans ijsje, trekken deze reizigers hun portemonnee immers nog wel. Tenslotte moet je toch iets van de couleur lokale opsteken. Daarna is het weer snel terug aan boord of naar de airbnb om het consumeren ‘voordeliger’ voort te zetten.
In het toeristische plaatsje Dingle in Ierland, in welke omgeving ik leef, zie je op veel kleinere schaal hetzelfde gebeuren. In het zomerseizoen komen tientallen touringcars uit de omgeving van Killarney, alle parkeerruimte in de wijde omgeving van Dingle opeisen. Die bussen zijn afgeladen met veelal Amerikaanse toeristen. Toeristen die zich, voor het verlaten van het hotel, een ongeluk hebben gegeten aan een overvloedig Iers ontbijt.
Eenmaal met de bus in Dingle aangekomen, hebben ze nog net genoeg puf, om met hun volle pens een paar straten van dit mooie havenplaatsje op en neer te sjokken. Daarna is het de hoogste tijd om de touringcar weer te bestijgen en terug te keren naar het hotel. Daar staan de drankjes en de snacks alweer gereed om de uitgeputte reizigers te verkwikken.
Om een uur of vijf ’s middags hebben alle bussen het schiereiland verlaten en is de rust weer teruggekeerd. Afgezien van een ijscoboer en een houder van een koffietent, heeft de kassa in het dorp, onder de lawine van toeristen, vrijwel nergens voluit gerinkeld.
Een paar jaar geleden ben ik door mijn knieën gegaan. Dat is me wel vaker overkomen, maar nu was het in figuurlijke zin. Ook dat is me trouwens wel eerder gebeurd.
Wat was thans de aanleiding? Mijn vrouw Cynthia had me eindelijk zo gek gekregen, om ook eens aan boord te klimmen van een cruiseschip. Het ging om een cruise in het Caribisch gebied met ‘Celebrity Cruises’. De tocht zou tien dagen duren en er zouden diverse eilanden in dat gebied worden bezocht.
Nu vind ik varen op zee een genoeglijke bezigheid, zolang ik maar alle ruimte heb en het niet te druk aan boord is.
Al heel wat keren heb ik de overtocht naar Ierland gemaakt. Vanaf het Europese continent en terug. Meestal deed ik de overtocht in twee etappes, te weten Hoek van Holland – Harwich en aansluitend Fishguard – Rosslare. Of direct: Roscoff – Cork. Vaak onder barre omstandigheden in de winter. Oversteken terwijl het zwaar stormde en het op de kade in de haven al bijna onmogelijk was om op de been te blijven.
Menigmaal heb ik tijdens zo’n overtocht in mijn hut op bed liggen stuiteren. Stuiteren op de woeste, hoge golven. Het deerde me niet echt.
Ook leek het me wel leuk om al die Nederlandse eilanden een keertje te bezoeken. Eilanden als Aruba, Curaçao en Bonaire. De andere eilanden in het Caribische gebied had ik al eens eerder per vliegtuig bezocht.
Het enige wat mij echt zorgen baarde was de vraag: “Wat voor een volk tref ik straks aan op dat schip?” Omdat het gigantische cruiseschip vanuit de haven van Miami het ruime sop koos, vreesde ik dat het vooral luidruchtige Amerikanen zouden zijn.
Nu is het nog steeds zo, dat ik de Amerikanen dankbaar ben voor het feit dat zij in belangrijke mate hebben bijgedragen aan de bevrijding van Nederland. Dat zij mijn ouders verlost hebben van hun Duitse onderdrukkers in WO-II. Het is weliswaar alweer een tijdje geleden, maar de offers die de Amerikanen en andere bevrijders hebben gebracht, mogen, wat mij betreft, nooit vergeten worden.
Tegenwoordig denk ik ook zo nu en dan: “Waren we maar eens bevrijd van de Amerikanen.”
Hou me ten goede. Er zijn zeer waarschijnlijk heel wat inwoners van de VS, waarmee ik prima door een deur zou kunnen. Ik heb ook een aantal goede vrienden daar wonen. Vaak staan Amerikanen me toch wel tegen. Dat zal andersom ook wel het geval zijn. Menig Amerikaan komt op mij over als een ‘verkeerde Duitser’. Als een cowboy, die overal met veel tamtam zijn aanwezigheid opdringt en te luid op een boerse manier Engels spreekt. Dat onbehagen komt vast ook voort uit het feit, dat de Nederlandse media zich meer en meer gedragen, alsof de lage landen een verlengstuk zijn van de VS. Alsof problemen die daar spelen, evenzeer en even heftig in Nederland aan de orde zijn. Dat alles zo nodig veramerikaniseerd moet worden. De benaming van zaken, de manier van leven en het vieren van feestdagen. Dat alles onder het motto van gelijkheid en het bestrijden van discriminatie. Nou, dan hebben we aan de VS een ‘goed’ voorbeeld.
WORDT VERVOLGD
Voor alle afleveringen klik op: Een hels avontuur
Voor meer gratis verhalen, gedichten en columns, meld je aan op mijn FB-pagina: