Norwegian wood

Humphrey Daniëls Photography

NORWEGIAN WOOD
Geschreven door Bert Plomp

Als ik John Lennon ‘I once had a girl, or should I say she once had me’ hoor zingen, dwalen mijn gedachten altijd weer af naar die mooie jaren zestig. Naar de tijd dat ik op de Rijks HBS in Utrecht zat en keer op keer de deur werd gewezen omdat de schoolleiding vond dat mijn haren te lang waren. Met behoud van mijn kapsel en met een gevoel van vrijheid zocht ik dan aansluitend mijn heil in één van de vele kroegen en kelders aan de Oudegracht om aldaar hele dagen te zitten schaken met lotgenoten en naar de laatst uitgebrachte hits te luisteren. Dan denk ik terug aan de tijd dat ik op mijn Tomos bromfiets stad en land afscheurde op zoek naar leuke uitgaansgelegenheden, op zoek naar mooie meisjes.
Bij één van die tochten reed ik op een zaterdagmiddag in oktober over de Slotlaan in Zeist. Aan het einde van deze laan, vlak bij het busstation, bezocht ik cultureel café Oedipus. In deze kroeg werd voornamelijk jazzmuziek gedraaid. Oedipus werd in die dagen vooral bezocht door lokale, moderne jongeren.
Toen ik het volle café binnentrad werd mijn aandacht direct getrokken door een heel mooi, Indisch meisje dat zich te midden van het gezelschap bevond. Het meisje had een zweem van de expressie van Mona Lisa op haar gezicht. Ze viel niet alleen op door haar schoonheid maar ook doordat één van haar benen in het gips zat.
Aan haar mooie glimlach las ik af dat zij mij ook wel zag zitten. Voor mij dus alle reden om direct op haar af te stevenen en een plekje in de buurt van haar tafeltje te zoeken. Dat mondde uiteindelijk uit in een stoeltje aan haar tafeltje. Er was namelijk niets vrij in haar onmiddellijke omgeving. Kennelijk was ik niet de enige die op haar viel, maar in verband met haar ongemak had zij wat extra ruimte gekregen. De andere cafébezoekers hadden haar een extra stoel gelaten om haar gekwetste been op te laten rusten.
Toen ze zag dat ik geen plaats kon vinden, bood zij mij heel lief de vrije stoel aan. Ik vond het daarom wel zo netjes om haar vervolgens aan te bieden dat zij, indien zulks tot enige verlichting kon bijdragen, haar been gerust op mijn knie mocht plaatsen.
Eenmaal gezeten, stelde ik me aan haar voor. Met een fluweelzachte stem antwoordde zij dat haar naam Jeany was.
Ik vroeg of ze misschien iets wilde drinken. Toen ik van de bar terugkeerde met koffie, zag ik nog beter met wat voor een mooi meisje ik te maken had. Ze had ook iets aandoenlijks met haar been in het gips. Het beeld van een geknakte lotusbloem kwam bij mij op.
Ze had de onweerstaanbare aantrekkingskracht van een mythische Sirene. Maar niet in de zin van een vrouw die haar maagdelijkheid niet wenste op te geven. Daar kende ik haar eenvoudigweg te kort voor om er zo’n oordeel op na te houden.

We hebben die middag honderduit gepraat. Over haar Indische achtergrond, over uitgaan en muziek. We hadden een geweldige klik. Het was bijna vanzelfsprekend dat we aan het einde van de middag afspraken elkaar spoedig weer te zien. Gezien haar fysieke toestand was het geen optie om haar achterop de brommer thuis in Huis ter Heide te brengen. Ik hielp haar daarom in de bus en we kusten elkaar vurig tot ziens.
Op weg naar Utrecht zat ik te mijmeren over een volgende ontmoeting met Jeany. Tot dan had ik weinig werk gemaakt van een langdurige relatie met een meisje. In dat opzicht was ik altijd een vrolijke flierefluiter geweest. Maar voor dit meisje wilde ik mijn losbandige bestaan wel aan de wilgen hangen. Het pareltje uit ‘De gordel van smaragd’ had mijn hoofd op hol gebracht.
De eerste maanden van onze verkering zagen we elkaar ieder weekend. Ook doordeweeks ontmoette ik Jeany regelmatig. Hetzij in café Oedipus in Zeist, hetzij in het Utrechtse uitgaansleven.
We gingen ook zo nu en dan naar de circusresidentie van Toni Boltini in Soesterberg. Daar bezochten we optredens van The Golden Earrings en van Engelse topgroepen als The Troggs.
Zolang Jeany nog in het gips zat, waren we aangewezen op de busdiensten van de NBM. Dat kwam qua vertrektijden vaak niet goed uit. Op een gegeven moment besloten we toch maar om de Tomos als vervoermiddel in te zetten.

Op een goede dag ging het gips eraf. Jeany kon weer gaan en staan waar ze wilde. Dat luidde tevens het begin in van een periode dat er fysiek ook meer mogelijk werd. Meer dan uitsluitend gaan en staan.
Tot dan waren we nog niet met elkaar de koffer in gedoken. Het gips zat immers te veel in de weg. Een geschikte koffer vinden was trouwens nog een ander puntje van aandacht.
Op een avond na een avondje Boltini bracht ik Jeany op de brommer thuis. Het middernachtelijk uur lag reeds achter ons. In Huis ter Heide lag iedereen op één oor. De verleiding was groot om het huis binnen te sluipen en Jeany’s kamer op te zoeken. Op onze tenen lopend naderden wij de tuindeur aan de achterzijde van het huis. Plots ging binnen het licht aan, gevolgd door: ‘Jeany, ben jij daar?’ Mijn liefje trad naar binnen en stelde haar moedertje gerust. Ik had Jeany ingefluisterd dat ik in het schuurtje achter in de tuin haar seintje zou afwachten. Hoewel ze die nacht een paar keer aan haar venster verscheen, kon ze het signaal ‘de kust is veilig’ niet afgeven.
’s Morgens vroeg, voor dag en dauw, stapte ik geradbraakt op mijn Tomos en vertrok onverrichterzake naar Utrecht. In plaats van de nacht aangenaam te hebben doorgebracht in de koesterende armen van mijn geliefde, had ik mijn lijf te rusten moeten leggen op het langgerekte, harde zadel van een buikschuiver, welke brommer in het schuurtje stond gestald.

Terwijl de zon opkwam en ik over de Utrechtse Weg op de Berekuil afkoerste, zat ik na te denken over een plan. Een plan om met Jeany onder ideale omstandigheden de liefde te bedrijven. Ik wilde niets aan het toeval overlaten.
Het liep tegen de kerstvakantie. In januari zou ik 17 jaar worden. Ik wilde coûte que coûte voor de jaarwisseling met Jeany het bed hebben gedeeld, zodat ik met opgeheven hoofd het nieuwe jaar tegemoet kon treden. Inmiddels had ik redelijk wat kennis opgedaan over het vrouwelijk lichaam en wat vrouwen lekker vinden bij het vrijen. Ik had er daarom alle vertrouwen in dat het met Jeany voor de eerste maal een succes zou worden.
Alsof het om de voorbereiding van de perfecte misdaad ging, zo minutieus pakte ik de hele organisatie aan.

Toentertijd bezaten mijn ouders een bungalowtje op camping Het Grote Bos in Doorn. Dit stenen gebouwtje beschikte over een flinke potkachel en een warme douche. In de kleine woonkamer stond bovendien een eenpersoonsbed en wel in de directe nabijheid van de warmtebron. Drie cruciale elementen voor het welslagen van mijn missie. Het rendez-vous met Jeany zou zich in dit huisje moeten voltrekken op een dag in de kerstvakantie. In een tijd dat ons landje nog regelmatig gebukt ging onder bitterkoude winters.
Mijn ouders mochten natuurlijk niet weten wat voor een snode plannen ik wilde uitvoeren in hun domeintje.
Zeer doortrapt had ik ruim van tevoren een kopietje laten maken van de sleutel van het boshuisje. Dat was een fluitje van een cent aangezien het om een heel simpele loper ging. Destijds was het volstrekt onnodig om je bezit met ingewikkelde sloten af te sluiten en met camera’s te bewaken. Trouwens, er viel in mijn ouders’ huisje ook niets te halen. Tenzij je als desperado op zoek was naar een verroest, oud oliestelletje, een door en door versleten koekenpan of een oude deken waar het weer in zat.
Met Jeany had ik afgesproken dat ik haar met de brommer zou oppikken in Zeist bij het busstation. Rond het middaguur troffen we elkaar daar. Er lag nog een mooie, lange middag in het verschiet.
Ruim een kwartier later parkeerde ik mijn Tomos bij de achteringang van de camping. Voortdurend om ons heen kijkend om te zien of we niet gevolgd werden, slopen we naar de bungalow. De camping lag er desolaat bij op deze doordeweekse dag. Het was een kille, mistige bedoening.
Zoals verwacht paste de sleutel als gegoten in het slot. Het eerste wat me nu te doen stond was als een haas de kachel aansteken en de boiler inschakelen. Nadat ik wat proppen van oude kranten had gemaakt en een stapeltje haardhout naar binnen had gebracht en dit materiaal tezamen met een flinke scheut lampenolie aan de potkachel had toevertrouwd, kon de hens erin. Toen het mengsel eenmaal vlamvatte, explodeerde de kachel bijna en vloog de deksel bijkans tegen het plafond.

Ofschoon de kachel in de hoogste versnelling stond te loeien, duurde het toch nog bijna een uur voordat we meenden dat het huisje op bedrijfstemperatuur was gekomen. Strak tegen de kachel, gezeten op een stevige stoel, luisterden we gedurende die opwarming naar ‘Rubber Soul’. Het eenvoudige platenspelertje speelde de A-kant van deze langspeelplaat van The Beatles steeds opnieuw af.
Terwijl Jeany met haar rug naar mij toe op mijn schoot zat en ze haar wollen jurkje wat had opgetrokken, voelde ik de warmte van haar dijen en de contouren van haar vagina in mijn kruis. Ik merkte dat de stugge spijkerstof van mijn jeans ternauwernood de kracht van mijn rijzende geslacht wist te bedwingen. Jeany rook verrukkelijk naar Maja zeep en toen ik haar hals innig kuste, raakte ik half buiten zinnen door de mystieke, bedwelmende geur van patchouli.
Het was inmiddels warm zat en we ontdeden ons van alles dat ons amoureuze doel nog in de weg stond en we vlijden ons neer op het bed. Daar lagen we eindelijk spiernaakt in elkaars armen. De omstandigheden waren volledig naar wens. Er was geen storende factor in de wijde omgeving te bekennen en de temperatuur was zeer aangenaam. Kortom we waren er helemaal klaar voor.
Na eerst een poosje te hebben liggen vrijen en ik al tongzoenend met mijn rechterhand haar geslacht had gemasseerd, was haar vagina warm en vochtig geworden als een tropisch regenwoud.
Jeany kwam nu met haar verrukkelijke lijf op mij zitten en drukte met haar elegante handen mijn schouders stevig in het matras. Ze omvatte mijn opgewonden penis en leidde die in haar vagina en liet haar onderlichaam langzaam zakken en volledig bezitnemen van mijn geslacht. Ik wist niet meer hoe ik het had en wilde hevig reageren. Echter Jeany hield de controle en deinde zachtjes op en neer als een bootje op het water. We haalden beiden, tot het uiterste door wellust gedreven, diep adem voor de komende golven van genot. Toen ze haar hoogtepunt bereikte en ik haar vagina ritmisch voelde samentrekken was er voor mij geen houden meer aan en kwam ik tot een intens orgasme. Terwijl we lagen na te genieten van deze alles bevredigende ontlading, hoorde ik John Lennon zingen: ‘I once had a girl, or should I say she once had me’.

EINDE

Voor alle verhalen klik op: Verhalen

Voor meer gratis verhalen en columns, meld je aan op mijn FB-pagina:

Humphrey Daniëls Photography